- aanpakken
- {{aanpakken}}{{/term}}1 [aanvatten] take ⇒ take/catch/get hold of2 [(zaak) ter hand nemen] go/set about (it) ⇒ deal with 〈probleem〉, handle 〈probleem〉, tackle 〈probleem〉, seize 〈gelegenheid〉, take 〈gelegenheid〉3 [(persoon) onder handen nemen] deal with ⇒ 〈aanvallen〉 attack, 〈juridisch〉 proceed against♦voorbeelden:2 een probleem aanpakken • tackle a problemalles aanpakken • take on anythinghoe zullen we dat aanpakken? • how shall we set about it?het anders aanpakken • go about it differentlyeen zaak goed/verkeerd aanpakken • go the right/wrong way about a matterde zaken groots aanpakken • think bigmee aanpakken • make oneself usefulhij weet van aanpakken • he knows how to set about his work3 iemand flink aanpakken • take a firm line with someone, be tough on someone
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.